JAN MARS (1922-2006)

AVONTURIER, PATISSIER, TOPKOK, DIERENLIEFHEBBER, LEEUWENTEMMER, LEVENSGENIETER

JAN PAASMAN

Onderstaand artikel is grotendeels gebaseerd op krantenartikelen, vooral interviews in Amerikaanse kranten, waarvoor onze hoofdpersoon, Jan Mars, zelf de informatie verstrekte. Van een aantal van zijn belevenissen weten we dat ze waar zijn, van sommige andere is dat niet zeker. Niettemin is het levensverhaal van deze kleurrijke inwoner van Wissel en Epe inspirerend en verrassend.
Wat was het leven anders in de jaren vijftig: rustiger, ongecompliceerder, mooier misschien. Het dorp Epe ademde nog de sfeer die we kennen van oude ansichtkaarten: fraaie villa’s, lindebomen en bloeiende kastanjes langs de Dorpsstraat.
Op woensdagochtend was het, vanwege de markt, gezellig druk in het dorp, met inwoners en bezoekers uit de wijde omgeving. Op woensdagmiddag waren de winkels gesloten. Gemoedelijk en voorspelbaar. Gelukkig verschenen er van tijd tot tijd lieden die wat leven in de brouwerij brachten. En het Veluws Nieuws maakte daar graag melding van.

‘Veluws Nieuws’, 6 juni 1951

Op 12 februari 1952 wijdt de krant een uitgebreid artikel aan de steeds bekender wordende Epenaar.

De lezer zal zich waarschijnlijk nog wel herinneren op welke originele manier de heer J. Mars uit Epe deze zoer in Amsterdam naar een baantje solliciteerde. In een bonte kledij gestoken en begeleid door een geit, die hij aan een riem meevoerde, meldde de heer Mars zich bij de heer N. Kroeze, eigenaar van ‘De Vijf Vlieghen’ in Amsterdam en een aantal restaurants in het buitenland, om te dingen naar de betrekking van kok in één van die bedrijven. De heer Mars dacht, dat hij op deze wijze eerder zou slagen dan door te schrijven, want daar had hij minder prettige ervaringen mee gehad. Weliswaar had deze ondernemende kok behalve bij binnen- en buitenlandse pers en touristen, bij de heer Kroeze succes, toen hij met zijn geit door de hoofdstedelijke straten wandelde, de baan had hij echter nog niet. Hij slaagde echter in zoverre in zijn opzet, dat de aandacht op hem was gevestigd, zodat de correspondentie, die hij nadien met de heer Kroeze voerde, bleef aanhouden.

Mars als kok in Nice (links) met drie collega’s
Ervaring was eis.

Het werd de heer Mars echter duidelijk, dat, als men in een van de bedrijven van de heer Kroeze – die in het buitenland een grote bekendheid genieten – wil werken, men over een flinke dosis ervaring dient te beschikken.
De heer Mars meende zijn kennis het best te kunnen verrijken door na het zomerseizoen in Epe een grote reis te gaan maken. Uit een brief, die wij dezer dagen van hem ontvingen, bleek, dat hij tenslotte in Monte Carlo aan de Middellandse Zee terecht was gekomen en daar voor een restaurant de Hollandse keuken verzorgde. Hoewel ‘de sollicitant’ voordat hij in het zonnige Zuiden aankwam, eerst nog tal van landen bezocht, was het niet zijn bedoeling ‘het avonturiertje uit te hangen’, want hij kwam beslagen ten ijs. Voordat hij vertrok, ontving hij namelijk een getuigschrift, dat was bekrachtigd door alle hoteleigenaren, bij wie hij had gewerkt en een aanbeveling in vijf talen van Horeca.
‘Na een voorspoedige reis door België kwam ik in Frankrijk aan, waar ik zowel in de grootste hotels als in de kleinste, vieze restaurantjes heb rondgeneusd,’ zo schrijft de heer Mars ons. […]

Hollanders zijn overal.

Uitvoerig schrijft de heer Mars over zijn belevenissen in de stad Algiers en het verwondert ons niet, dat hij als vakman gewaagt van een typische etenslucht, die er in de straten hangt en dat hij geen eten meer lustte, toen hij een dood schaap in een keuken van een onfris restaurantje had zien liggen.
De heer Mars zwierf nog veertien dagen in Afrika rond. waarna hij de boot nam naar Genua. Via Turijn, waar hij een oud-Zwollenaar ontmoette voor wie hij ‘kruidmoes’ bereidde, Milaan en Vaticaanstad bereikte onze reizende landgenoot tenslotte zijn einddoel, Monte Carlo, waar zijn echtgenote en zijn dochtertje, die de reis per vliegtuig hadden gemaakt, al op hem wachtten. Hier nam de heer Mars eerst flink vacantie en ging toen uitzien naar werk. Dit scheen al heel gemakkelijk te gaan, want op een morgen werd hij uit zijn bed gebeld met de mededeling, dat hij in dienst kon komen bij de Prins van Monaco. De heer Mars begaf zich dadelijk op weg, doch door een misverstand had de chef-kok net iemand aangenomen. De Epenaar was hierdoor niet ontmoedigd en bleef solliciteren.

Nogmaals een landgenoot.

Op een goede dag werd hij naar het luxe restaurant ‘Troscatie’ gestuurd, waar een kok werd gevraagd. Een neger-piccolo bracht de heer Mars bij de eigenaar en toen begonnen de moeilijkheden, want de heren konden elkaar niet verstaan. Ik dacht dat het een Italiaan was, aldus de heer Mars, dus begin ik in het Italiaans uit te leggen, waar ik voor kwam. Hij antwoordde ook in die taal, maar dat ging hem helemaal niet gemakkelijk af. Toen vroeg hij mij, waar ik vandaan kwam. Ik zei in het Frans: ‘Ik ben een Hollander.’ U begrijpt, zo schrijft de heer Mars, dat ik een beetje duizelig werd, toen die man mij toevertrouwde: ‘Ik ook.’ Natuurlijk was toen de transactie gauw gesloten. De heer Mars werkt hier te midden van een internationaal gezelschap. Zelf verzorgt hij de Nederlandse keuken. Hiernaast krijgt hij echter volop gelegenheid om zijn vakkennis te vermeerderen, want men bereidt hier de meest zonderlinge gerechten. Zo zijn mussen hier een lekkernij; men eet ze met kop en al. Voorts deed een Indisch vorst zich te goed aan lijstertongen, die in een saus werden opgediend. Wij kunnen ons voorstellen, dat de heer Mars soms trek heeft in boerenkool met worst, zoals hij ons mededeelde. De heer Mars heeft toestemming tot Pasen te blijven, zodat hij tijdens het drukke zomerseizoen zijn werkzaamheden in Epe weer kan opnemen. Dat zijn gedachten hem reeds vooruit reizen naar de Veluwe, blijkt uit de woorden, waarmee de reizende kok zijn schrijven besluit: ,,Ik ben de heer Bart Hoekert dankbaar, dat hij tijdens mijn afwezigheid mijn geit verzorgt.” 1)

Tot zover het Veluws Nieuws in 1952. Makkelijk zou men kunnen denken dat Jan Mars alleen maar een levensgenieter was, maar de werkelijkheid is genuanceerder.

WIE WAS JAN MARS?

Jan Mars werd in 1922 in Zaandam geboren, als eerste kind van Vrouwtje de Jong en banketbakker Cornelis Mars. Als kind werkte Jan mee in de eeuwenoude bakkerij van zijn vader, die volgens hem de bruidstaart heeft gebakken voor het huwelijk van Juliana en Bernhard. Jan wilde kok worden en liep stage in de keuken van hotel Krasnapolsky in Amsterdam en later van hotel Bloemendaal. Ruim 20 kilometer fietsen van Zaandam. Hij was 18 toen de oorlog uitbrak. Omdat zijn moeder joods was, liepen zij gevaar. Het gezin overleefde de oorlog, maar een grootmoeder, oom en tante met hun drie kinderen kwamen in Duitse gevangenkampen om het leven.

WISSEL

Hotel-restaurant Zomerlust, Nederlandsch Christelijk Vacantieoord, werd in juni 1938 in gebruik genomen. Een van de doelstellingen was de ‘verpleging van zwakke kinderen’. Medisch toezicht werd toevertrouwd aan huisarts A. Mijs uit Epe. In april 1940 werd de heer Hubertus Cornelis Bruinse uit Capelle aan den IJssel als directeur aangesteld. Jaren later kreeg het vakantieoord andere bestemmingen en andere namen (Zie artikel over Zomerlust).

Oorlog

In februari 1942 doken Jan en zijn moeder onder. Later beweerde Jan dat hij, na een korte opleiding in Engeland, per parachute werd uitgeworpen… boven de Tongerense berg. Daar in de bossen hield hij zich schuil voordat hij zich bij het verzet aansloot. Gedurende de oorlog wist hij enkele malen aan de Gestapo te ontsnappen. Een keer door te doen alsof hij aan de zeer besmettelijke tuberculose leed, een andere keer door zich voor te doen als Italiaans muzikant.2) Hij dook onder in de dierentuin van een Nederlander die sympathiseerde met het verzet. Daar zaten ook geallieerde vliegeniers, soldaten en verzetsmensen, met z’n allen in een betonnen schuilplaats, vlak achter de roofdierverblijven. Zoals gewoonlijk nam Jan risico’s, maar na verloop van tijd had hij het vertrouwen gewonnen van de leeuwen en tijgers en kon hij ze aaien en knuffelen. Later beweerde hij ook nog leeuwentemmer geweest te zijn in een Frans circus, maar van zijn activiteiten in het verzet en met roofdieren zijn geen bewijzen gevonden.

Kiosk De Vliegenzwam.

In juli 1945 ging Jan aan de slag als kok in Hotel-restaurant Zomerlust, aan de Centrumweg in Wissel. Daar leerde hij de 18-jarige Hannie kennen, dochter van het echtpaar Bruinse. Het klikte tussen Hannie en Jan. Na hun huwelijk op 8 april 1948 gingen ze wonen in het huisje Carpe Diem.3) Op 18 oktober 1949 werd dochter Patricia (Patricia Jeanne Jacqueline) geboren. Voor zover haar taak als moeder het toeliet, stond Hannie overdag in De Vliegenzwam, een kiosk in de vorm van een paddenstoel, waar ze ijs, snoep en frisdranken verkocht.

Jan Mars met de geit Mieke.

In die tijd namen zij ‘Mieke’ in huis, de lievelingsgeit van Jan. Mieke werd als huisdier behandeld: zij scharrelde vrij in huis rond en liep ook moeiteloos de trap op en af. Zoals we uit krantenberichten kunnen opmaken, lag de ambitie van Jan Mars aanmerkelijk hoger dan koken op Zomerlust. Vandaar dat hij ging solliciteren, onder andere bij het indrukwekkende hotel Acropole Palace in Athene en bij het exclusieve restaurant De Vijf Vlieghen aan de Spuistraat in Amsterdam. Jan had gelezen dat eigenaar Nicolaas Kroese voornemens was een restaurant in Zuid-Afrika te beginnen. Daar wilde hij wel naar toe. Kroese verlangde echter meer internationale ervaring. Daarom besloot Jan in 1951 tot de hiervoor beschreven reis naar België, Frankrijk, Spanje, Noord-Afrika, Italië en Monaco. Mieke de geit werd gestald bij Bart Hoekert, melkboer in Wissel, en Jan vertrok naar het zonnige zuiden. Ook de volgende jaren trok hij, zodra het seizoen voorbij was, richting Zuid Frankrijk en Monte Carlo, waar hij zich prettig voelde. Hij moest hard werken, maar leerde er ook Simone Privé kennen, een jonge Parisienne, dochter van een ‘vijfsterrengeneraal en een verarmde barones’. Met haar trouwde hij in Zaandam in 1955, nadat het huwelijk met Hannie ontbonden was.

DE VELDHOEVE

Jan Mars, of liever Jean Mars, zoals hij zich in die tijd noemde, trad in dienst als patissier-cuisinier bij restaurant De Veldhoeve aan de Dellenweg, van Hein van de Berg.4) Van de Berg wist uit het hele land chique clientèle aan te trekken, aan wie Jean met veel elan zijn kookkunsten vertoonde. Dankzij zijn ervaring in Zuid-Europa was hij een flamboyante vakman, op de hoogte van recepten en technieken die in Nederland nauwelijks bekend waren. En Jean was en bleef een excentriekeling. Uitdagend wandelde hij in kokskostuum en met de geit Mieke aan het touw door Epe. Ook zijn Franse vrouw zorgde in het dorp voor enig opzien. Omstreeks 1956 liep het, zoals te verwachten was, fout tussen Mars en Van de Berg. Pissig over zijn ontslag trok Jean, voordat hij het pand verliet, nog even de stekker uit de diepvries. De gevolgen laten zich raden… Om het restaurant open te kunnen houden werd tijdelijk gekookt door invaller Henk Smaal, die bezig was met zijn studie aan de Hotelschool: ‘Toen we een aantal van zijn achtergelaten recepten bereidden, kwamen we tot de conclusie dat Jean Mars inderdaad een voortreffelijke kok was.’ Hier zou dit verhaal geëindigd zijn als ik niet in contact was gekomen met de heer Willem Gobius du Sart, schoonzoon van Jan Mars.

Willem, die in 1972 met Patricia Mars trouwde, leende mij foto’s en knipsels van diverse interviews5), die nog heel wat toevoegen aan ons toch al kleurrijke beeld van leven en carrière van Jan Mars. Van de meeste interviews zijn helaas de jaartallen niet bekend.

FRANKRIJK EN AMERIKA

Aan de hand van de krantenartikelen kunnen we ons een beeld vormen van zijn verdere carrière. Na zijn ontslag bij De Veldhoeve verhuisden Simone en Jan naar Nice, waar Jan in 1960 en 1961 chef-kok was in het prestigieuze Palais de la Méditerranée aan de Promenade des Anglais. Daar aan de Rivièra kookte Jan voor beroemdheden, royalty en de jetset van Europa. Hij noemde onder meer prins Rainier en prinses Gracia van Monaco, koning Farouk van Egypte, prins Ali Salman Aga Khan, Rita Hayworth, Aristoteles Onassis, Maria Callas en president Nasser van Egypte.
Op zoek naar meer uitdagingen vertrokken Simone en Jan naar Bermuda, waar Jan sous-chef werd in een luxe hotel voor 700 gasten. In zijn volgende betrekking, kok aan boord van het jacht van multimiljonair James Hunt, kookte hij voor verwende gasten, zoals Frank Sinatra en David Rockefeller. De laatste introduceerde hem bij de gouverneur van Florida, voor wie hij vervolgens zijn kunsten vertoonde. In die tijd verwierf Jan zijn eerste aap. Uit medelijden kocht hij het dier, een slingeraap, van een student, die het dier marihuanasigaretten liet roken. Niet lang daarna had hij al zestien apen. Dit was in hun volgende woonplaats, het subtropische Gadsden, Alabama, waar hij chef-kok werd op de golfclub.6)

NIXON, APEN EN ANDERE DIEREN

Mars had het prima naar zijn zin. Financieel ging het hem goed en de Amerikaanse stijl van leven lag hem wel. In 1969 solliciteerde hij bij Het Witte Huis in Washington; Richard Nixon was net president van de Verenigde Staten geworden. Jan ontving een keurig antwoord: Het Witte Huis was overtuigd van zijn ervaring en kwalificaties, maar de keukenstaf was compleet en op korte termijn werden geen veranderingen overwogen.

Dieren bleven belangrijk in zijn leven. In de tijd dat hij chef-kok was in Panama City, Florida, had hij een dierenpark in zijn achtertuin met daarin bijna vijftig apen, vijf poedels, een papegaai, een vos en een kat. Toen hij zich wegens overlast voor een rechtbank moest verantwoorden, zei hij: ‘Die apen zijn mijn kinderen. Als ze weg moeten, dan moet ik ook weg.’ 7) Hij beloofde geld na te laten om in geval van zijn overlijden, de dieren te laten verzorgen.
In 1980 moest Jan werkelijk afscheid nemen van zijn dieren. Omdat hij te weinig thuis was, schonk hij zijn dieren aan de dierentuin van het nabijgelegen natuurpark, Noccalula Falls Park. De schenking bestond uit zeven slingerapen, drie ‘Japanse bavianen’ 8) en een grote gegalvaniseerde kooi, samen ter waarde van 12.525 dollar.9) Kon Jan Mars zonder dieren? Echt niet! Hij ging geiten en koeien (charolais bulls) houden, dieren die minder aandacht vragen dan apen. Het zou goed kunnen dat hij een van de geiten Mieke genoemd heeft, want ondanks zijn turbulente Amerikaanse leven was hij de Veluwe niet vergeten. Elke vijf jaar kwam Jan, zongebruind, naar Europa. Naar de Zaanstreek toen zijn ouders nog leefden, naar vrienden in Zuid-Frankrijk10) en vanzelfsprekend naar dochter Patricia en schoon zoon Willem. Dan bezochten ze behalve Wissel en Epe ook Heerde, waar Patricia en haar moeder woonden en waar grootouders Bruinse hotel Marialust exploiteerden, het latere Heerderhof, in de S-bocht.

HERINNERINGEN

In Wissel en Epe, als ze langs oude plekjes en bekenden reden, kwamen de verhalen los. Jan was, volgens eigen zeggen, goed bevriend geweest met slager Gosschalk en dokter Deeleman. Steevast bezocht hij ook ‘tante Dientje’, met wie hij jarenlang bij Zomerlust had samengewerkt. Zij vertelde dat Jan destijds een dure kok was, omdat hij veel roomboter gebruikte. Iedereen vond dat heerlijk, maar voor Zomerlust was dat veel te kostbaar. Er was één gerecht dat hij vertikte klaar te maken, en dat was rode kool. Als dat op het menu stond, werd het bereid door schoonmoeder Bruinse. Men had het lang niet altijd makkelijk met de streken van Jan, maar vanwege zijn speelse levenslust werd hem veel vergeven. We mogen concluderen dat Jan Mars in Epe, eind jaren vijftig, niet alleen de Franse cuisine bracht, maar ook een beetje Zuid-Franse ‘joie de vivre’. Zo was het bijvoorbeeld hier niet ‘comme il faut’ dat een kok met ontbloot bovenlijf rondliep, maar Jan zag niet in waarom dat aan de Côte d’Azur wel en op de Veluwe niet zou kunnen. Oprecht verdrietig en kwaad was hij de keer, dat bij terugkeer uit Frankrijk bleek dat zijn lievelingsgeit Mieke door Bart Hoekert was geslacht.

TOT SLOT

Zijn laatste bezoek aan Epe, Heerde en Wissel was in september 2005. Enige maanden later, op 13 januari 2006, overleed hij in Palm Harbor, Florida, tussen de palmen en in de zon, een beetje zoals zijn geliefde Zuid-Frankrijk. Zijn dochter Patricia overleed in 2013. Haar echtgenoot Willem Gobius du Sart ben ik veel dank verschuldigd voor het beschikbaar stellen van zijn archief en verhalen.

Jan Mars en tante Dientje in 2000
NAWOORD

Wat is waargebeurd en wat niet? Veel verhalen van Jan Mars worden bevestigd door documenten, foto’s en krantenberichten. Maar niet alles. Of hij net zo goed overweg kon met leeuwen en tijgers als met zijn lievelingsgeit Mieke, is niet zeker. Over één ding zijn allen het wel eens: Jan Mars was een fantastische kok.

BRONNEN
  • Privéarchief van Willem Gobius du Sart.
  • Streekarchief Epe, Hattem en Heerde, o.a. Veluws Nieuws, 06-06-1951.
  • Delpher krantenarchief, o.a. De Telegraaf, 05-06-1951, en Haarlem’s Dagblad, 27-02-1957.
  • Website Joods Monument Zaanstreek.
  • Gerry de Vos-Fredriks en ‘Tante Dientje’.
  • Joh. de Jonge, Hengelo.
Deze foto dateert waarschijnlijk uit de Wisselse tijd van Jan Mars.
NOTEN
  1. Bart Hoekert was een inwoner van Wissel, op vele gebieden actief. In het boek Epe mien däärpien van Gert van den Esschert wordt hij uitvoerig beschreven.
  2. In een interview met de Gadsden Times beweert hij dat hij wist te ontsnappen door uit een trein springen, die hem naar Duitsland transporteerde.
  3. Adres A 115, later omgenummerd tot respectievelijk A 118, Centrumweg 4 en Centrum weg 8.
  4. Hein van de Berg was een broer van Adriaan van de Berg, directeur van machinefabriek VMI in Zuuk. Vóór Van de Berg was restaurant In den Kleynen Leckerbeck van Franziskus van Hoof in de Veldhoeve gevestigd.
  5. De meeste interviews waren van na ± 1980, met Amerikaanse kranten. Ook verschenen er artikelen in kranten uit de Zaanstreek als hij daar een bezoek bracht.
  6. Simone en Jan woonden onder andere in Bermuda, Curaçao, Gadsden, Atlanta, Talahassy, Wellington, Eleuthera, Palm Harbor en Panama City in Florida.
  7. The Times, Panama City, 5 oktober 1973.
  8. Omschreven als Japanese Baboons.
  9. De bewaarde officiële akte bevestigt deze overdracht.
  10. In 2003 gingen Jan en Simone definitief uit elkaar. Zij ging terug naar Frankrijk, waar zij in december 2004 overleed.